Úpis in het nederlands
Vertaling: úpis, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
grip, adhesie, plicht, verplichting, band, obligatie, binding, obligaties, bond
Verwante woorden
Vertalingen
- úpadkovost in het nederlands - verval, decadentie, decadente
- úpatí in het nederlands - voorvader, wortel, kont, grondslag, bips, grondvlak, voetvolk, ...
- úplata in het nederlands - overweging, vergoeding, beloning, bezoldiging, bezoldigingen, remuneratie
- úplatkářský in het nederlands - bederven, omkoopbaar, veil, corrupte, veneuze, omkoopbare
Willekeurige woorden
Úpis in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: grip, adhesie, plicht, verplichting, band, obligatie, binding, obligaties, bond
Vertalingen: grip, adhesie, plicht, verplichting, band, obligatie, binding, obligaties, bond