Část in het nederlands
Vertaling: část, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
schiften, toedienen, jaartelling, opsplitsen, brengen, rol, verdeling, brok, hand, portie, divisie, achten, administreren, afscheiden, delen, gebied, sectie, paragraaf, afdeling, doorsnede, gedeelte
Verwante woorden
Vertalingen
- čárka in het nederlands - stip, stadium, etappe, tentoonspreiden, neus, aanwijzen, uitduiden, ...
- čárkovat in het nederlands - schim, spook, blinde, tint, schakering, schaduw, nuancering, ...
- částečka in het nederlands - deel, item, atoom, jaartelling, deeltje, partikel, deeltjes, ...
- částečný in het nederlands - partieel, gedeeltelijk, gedeeltelijke, partiële, een gedeeltelijke
Willekeurige woorden
Část in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: schiften, toedienen, jaartelling, opsplitsen, brengen, rol, verdeling, brok, hand, portie, divisie, achten, administreren, afscheiden, delen, gebied, sectie, paragraaf, afdeling, doorsnede, gedeelte
Vertalingen: schiften, toedienen, jaartelling, opsplitsen, brengen, rol, verdeling, brok, hand, portie, divisie, achten, administreren, afscheiden, delen, gebied, sectie, paragraaf, afdeling, doorsnede, gedeelte