Čich in het nederlands
Vertaling: čich, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
stinken, rieken, lucht, reuk, luchtje, ruiken, aroma, geuren, geur, stank, de geur
Verwante woorden
Vertalingen
- čeření in het nederlands - zuivering, rimpeling, rimpel, rimpelspanning, ribbeling, rimpeling samenvatting
- čeřit in het nederlands - fijn, fine, boete, fijne, nauwkeurig
- čichat in het nederlands - odeur, geuren, stinken, geur, reuk, ruiken, aroma, ...
- čichový in het nederlands - reuk-, olfactorische, geur, olfactorisch, reuk
Willekeurige woorden
Čich in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: stinken, rieken, lucht, reuk, luchtje, ruiken, aroma, geuren, geur, stank, de geur
Vertalingen: stinken, rieken, lucht, reuk, luchtje, ruiken, aroma, geuren, geur, stank, de geur