Činnost in het nederlands
Vertaling: činnost, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
vak, bureau, ambt, bezetting, zakenwereld, handel, radioactiviteit, handwerk, wijze, werkkring, agentschap, bewerking, gedoe, ding, taak, opgave, activiteit, bedrijvigheid, activiteiten, de activiteit
Verwante woorden
Vertalingen
- činit in het nederlands - bouwen, creëren, behalen, aanmaken, gemiddelde, daad, doen, ...
- činitel in het nederlands - bureau, toneelspeler, bureel, beginsel, element, manier, bestanddeel, ...
- činný in het nederlands - tierig, werkend, druk, rap, actief, feitelijk, werker, ...
- činohra in het nederlands - toneelstuk, drama, toneel, dramatiek
Willekeurige woorden
Činnost in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: vak, bureau, ambt, bezetting, zakenwereld, handel, radioactiviteit, handwerk, wijze, werkkring, agentschap, bewerking, gedoe, ding, taak, opgave, activiteit, bedrijvigheid, activiteiten, de activiteit
Vertalingen: vak, bureau, ambt, bezetting, zakenwereld, handel, radioactiviteit, handwerk, wijze, werkkring, agentschap, bewerking, gedoe, ding, taak, opgave, activiteit, bedrijvigheid, activiteiten, de activiteit