Špička in het nederlands

Vertaling: špička, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
spikkel, stadium, punt, tijdstip, neus, stadie, afknotten, etappe, stip, aanduiden, kruin, spits, uitduiden, tekenen, hoogtepunt, toppunt, tip, puntje, fooi, uiteinde
Špička in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • špión in het nederlands - bespieder, beloeren, bespieden, spieden, spion, verspieder, spy, ...
  • špičatý in het nederlands - doordringend, tierig, rap, scherpzinnig, vief, kwiek, bars, ...
  • špičák in het nederlands - verkiezing, keur, wegscheuren, keus, prikken, pikken, oprapen, ...
  • šplh in het nederlands - beklimming, klimmen, beklimmen, het beklimmen, climbing
Willekeurige woorden
Špička in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: spikkel, stadium, punt, tijdstip, neus, stadie, afknotten, etappe, stip, aanduiden, kruin, spits, uitduiden, tekenen, hoogtepunt, toppunt, tip, puntje, fooi, uiteinde