Žeň in het nederlands

Vertaling: žeň, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
oogsten, oogst, opbrengst, gewas, gewassen, teelt, plantaardige
Žeň in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • žeton in het nederlands - afbikken, bikken, toonbank, blijk, teken, muntje, token, ...
  • žezlo in het nederlands - schepter, staf, scepter, sceptre, de scepter
  • žhavost in het nederlands - gloeilamp, gloeien, incandescence, gloeiing, smeulproces
  • žhavý in het nederlands - gloeiend, heet, warm, hartstochtelijk, verterend, snikheet, vurig, ...
Willekeurige woorden
Žeň in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: oogsten, oogst, opbrengst, gewas, gewassen, teelt, plantaardige