Živořit in het nederlands

Vertaling: živořit, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
vegeteren, groeien, vegetate, planten Brand, van planten Brand
Živořit in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • živočich in het nederlands - schepsel, zinnelijk, ruw, beest, dierlijk, sensueel, beestachtig, ...
  • živočišný in het nederlands - zinnelijk, dierlijk, sensueel, dieren, woesteling, beest, dier, ...
  • živý in het nederlands - bezielen, vrolijk, intelligent, druk, verlevendigen, smeuïg, alarm, ...
  • živě in het nederlands - live-, levende, Leef, live, levend
Willekeurige woorden
Živořit in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: vegeteren, groeien, vegetate, planten Brand, van planten Brand