Živobytí in het nederlands

Vertaling: živobytí, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
leven, duren, drager, ondersteuning, voedsel, bewaren, blijven, ondersteunen, bewaken, voeding, voortzetten, voortduren, hoeden, kost, schragen, stutten, levend, levensonderhoud, woon-, levende
Živobytí in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • živit in het nederlands - heffen, voedsel, dragen, ophouden, nuttigen, grootbrengen, ondersteuning, ...
  • živnost in het nederlands - ruil, ambacht, handwerk, handelen, handel, ruilhandel, koopmanschap, ...
  • živost in het nederlands - werking, voeding, pittigheid, radioactiviteit, toedoen, activiteit, hachje, ...
  • život in het nederlands - spirit, levend, levendig, hachje, sappigheid, bestaan, pittigheid, ...
Willekeurige woorden
Živobytí in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: leven, duren, drager, ondersteuning, voedsel, bewaren, blijven, ondersteunen, bewaken, voeding, voortzetten, voortduren, hoeden, kost, schragen, stutten, levend, levensonderhoud, woon-, levende