Bříza in het nederlands

Vertaling: bříza, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
berk, berken, birch, berkeboom, berkenhout
Bříza in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • břídilství in het nederlands - modderen, knoeien, beunhazen, bungling, geknoei, gestuntel, geklungel, ...
  • břídit in het nederlands - afraffelen
  • bůh in het nederlands - god, godheid, Gods, de god, van God
  • bůžek in het nederlands - afgodsbeeld, godheid, afgod, god, Gods, de god, van God
Willekeurige woorden
Bříza in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: berk, berken, birch, berkeboom, berkenhout