Bombardovat in het nederlands

bolák in het nederlands - zweer, dol, pijnlijk, pijnlijke plek, pijnlijke, zere, pijn
bomba in het nederlands - fles, bom, bombarderen, bomb, bommen, bom te
bombardování in het nederlands - bombardement, bombardementen, bombarderen, bomaanslag, het bombarderen
bombardér in het nederlands - bommenwerper, bomber, de Bommenwerper, de Bommenwerper van, bommenwerper van

Willekeurige woorden

appendix

applaudisseren

beschaving in het engels

bijstaan in het engels

gist in het engels

olijf in het engels

vervloeken in het engels

Bombardovat in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: huid, bom, bombarderen, schil, beschieten, bont, bekogelen, vacht, pels, bomb, bommen, bom te