Dát in het nederlands
Vertaling: dát, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
schenken, reden, beleggen, gerechtszaak, toekennen, aanrichten, verbintenis, aangeven, verdrag, teweegbrengen, verlenen, stichten, rechtsgeding, schikking, veldtocht, verloop, geven, te geven, geef, geeft, te
Verwante woorden
Vertalingen
- dárcovství in het nederlands - donatie, gift, schenking, doneren, donatie te
- dásňový in het nederlands - alveolaar, alveolare, alveolaire, alveolair, alvéolaire
- dávat in het nederlands - opleveren, ballade, aanleggen, uitvoeren, uitbrengen, overzetten, vertalen, ...
- dávicí in het nederlands - braakmiddel, emetische, emeticum, emetisch, braakmiddelen
Willekeurige woorden
Dát in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: schenken, reden, beleggen, gerechtszaak, toekennen, aanrichten, verbintenis, aangeven, verdrag, teweegbrengen, verlenen, stichten, rechtsgeding, schikking, veldtocht, verloop, geven, te geven, geef, geeft, te
Vertalingen: schenken, reden, beleggen, gerechtszaak, toekennen, aanrichten, verbintenis, aangeven, verdrag, teweegbrengen, verlenen, stichten, rechtsgeding, schikking, veldtocht, verloop, geven, te geven, geef, geeft, te