Dávat in het nederlands
Vertaling: dávat, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
opleveren, ballade, aanleggen, uitvoeren, uitbrengen, overzetten, vertalen, inhalen, laten, metselen, creëren, weergeven, verschaffen, uitrichten, afwerpen, toekennen, geven, te geven, geef, geeft, te
Verwante woorden
Vertalingen
- dásňový in het nederlands - alveolaar, alveolare, alveolaire, alveolair, alvéolaire
- dát in het nederlands - schenken, reden, beleggen, gerechtszaak, toekennen, aanrichten, verbintenis, ...
- dávicí in het nederlands - braakmiddel, emetische, emeticum, emetisch, braakmiddelen
- dávit in het nederlands - spugen, braken, overgeven, kotsen, vomeren, choke, stikken, ...
Willekeurige woorden
Dávat in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: opleveren, ballade, aanleggen, uitvoeren, uitbrengen, overzetten, vertalen, inhalen, laten, metselen, creëren, weergeven, verschaffen, uitrichten, afwerpen, toekennen, geven, te geven, geef, geeft, te
Vertalingen: opleveren, ballade, aanleggen, uitvoeren, uitbrengen, overzetten, vertalen, inhalen, laten, metselen, creëren, weergeven, verschaffen, uitrichten, afwerpen, toekennen, geven, te geven, geef, geeft, te