Dostačující in het nederlands
Vertaling: dostačující, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
voldoende, adequaat, genoeg, toereikend, volstaat, voldoende is
Vertalingen
- dostačit in het nederlands - doen, uitoefenen, uitbrengen, uitrichten, bedrijven, laten, aanmaken, ...
- dostačovat in het nederlands - toereiken, voldoen, volstaan, voldoende, volstaat, voldoende zijn, volstaan met
- dostih in het nederlands - stam, volksstam, race, ras, wedstrijd, geslacht
- dostihnout in het nederlands - verkrijgen, treffen, bereiken, inhalen, vangst, vangen, vangsten, ...
Willekeurige woorden
Dostačující in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: voldoende, adequaat, genoeg, toereikend, volstaat, voldoende is
Vertalingen: voldoende, adequaat, genoeg, toereikend, volstaat, voldoende is