Guma in het nederlands
Vertaling: guma, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
elastiek, condoom, soepel, gummi, rubberen, rubber, kleefmiddel, kleefstof, kapotje, stuf, elastisch, tandvlees, vlakgom, veerkrachtig, gom, rekbaar, kauwgom, gum, het tandvlees
Verwante woorden
Vertalingen
- grácie in het nederlands - gratie, sieren, gunst, sierlijkheid, genade, bevalligheid, de genade
- guláš in het nederlands - goulash, goelasj, goelasj van, De goelasj, De goelasj van
- gumovat in het nederlands - wissen, gommen, wis, te wissen, gewist, wist
- gumovitý in het nederlands - kleverig, gomachtig, gummy, kleverige, gomachtige
Willekeurige woorden
Guma in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: elastiek, condoom, soepel, gummi, rubberen, rubber, kleefmiddel, kleefstof, kapotje, stuf, elastisch, tandvlees, vlakgom, veerkrachtig, gom, rekbaar, kauwgom, gum, het tandvlees
Vertalingen: elastiek, condoom, soepel, gummi, rubberen, rubber, kleefmiddel, kleefstof, kapotje, stuf, elastisch, tandvlees, vlakgom, veerkrachtig, gom, rekbaar, kauwgom, gum, het tandvlees