Hák in het nederlands

Vertaling: hák, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
borrel, aperitief, haak, buigen, bocht, krommen, curve, slot, schavuit, ellendeling, misdadiger, boef, spang, haakje, ploert, aansluiting, aansluiting t, hook
Hák in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • hájek in het nederlands - bosje, boomgaard, Hájek
  • hájit in het nederlands - beveiligen, verdedigen, blijven, beschutten, vervolgen, voorspreker, behouden, ...
  • háklivý in het nederlands - genoeglijk, snoep, behaaglijk, vriendelijk, gevoelig, snoepgoed, voortreffelijk, ...
  • hákovnice in het nederlands - haakbussen
Willekeurige woorden
Hák in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: borrel, aperitief, haak, buigen, bocht, krommen, curve, slot, schavuit, ellendeling, misdadiger, boef, spang, haakje, ploert, aansluiting, aansluiting t, hook