Hostitel in het nederlands

Vertaling: hostitel, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
logementhouder, waard, gastheer, herbergier, ontvangende, ontvangst, samen, van ontvangst
Hostitel in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • hostinský in het nederlands - gastheer, waard, logementhouder, herbergier, Eigenarenservice, Innkeeper
  • hostit in het nederlands - feest, trakteren, verstrooien, versnapering, behandelen, snoepgoed, festijn, ...
  • hostitelka in het nederlands - gastvrouw, hostess, stewardess, waardin
  • hotel in het nederlands - hotel op, Foto, het hotel, hotel op een
Willekeurige woorden
Hostitel in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: logementhouder, waard, gastheer, herbergier, ontvangende, ontvangst, samen, van ontvangst