Hovor in het nederlands
Vertaling: hovor, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
taal, praten, roep, gepraat, benoemen, toespraak, opbellen, speech, oratie, rede, heten, gesprek, noemen, redevoering, kreet, spreekbeurt, telefoontje, telefoongesprek, oproepen, roepen
Verwante woorden
Vertalingen
- houževnatost in het nederlands - werkingsduur, taaiheid, hardheid, sterkte, de taaiheid, stevigheid
- houževnatý in het nederlands - corpulent, verbeten, moeilijk, robuust, volhardend, potig, koppig, ...
- hovornost in het nederlands - spraakzaamheid, talkativeness, babbelzucht, spakerigheid
- hovorný in het nederlands - praatziek, aanspreekbaar, spraakzaam, spraakzame, praatgrage, praatgraag
Willekeurige woorden
Hovor in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: taal, praten, roep, gepraat, benoemen, toespraak, opbellen, speech, oratie, rede, heten, gesprek, noemen, redevoering, kreet, spreekbeurt, telefoontje, telefoongesprek, oproepen, roepen
Vertalingen: taal, praten, roep, gepraat, benoemen, toespraak, opbellen, speech, oratie, rede, heten, gesprek, noemen, redevoering, kreet, spreekbeurt, telefoontje, telefoongesprek, oproepen, roepen