Její in het nederlands
Vertaling: její, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
haar, hun, zijn, van haar, ze
Vertalingen
- jejich in het nederlands - haar, hun, de, van hun, het, zijn
- jejichž in het nederlands - wiens, welks, waarvan, wier, van wie
- jejíž in het nederlands - wiens, welks, waarvan, wier, van wie
- jek in het nederlands - gillen, kreet, schreeuw, roep, schreeuwen, bulderen, blèren, ...
Willekeurige woorden
Její in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: haar, hun, zijn, van haar, ze
Vertalingen: haar, hun, zijn, van haar, ze