Každodenní in het nederlands
Vertaling: každodenní, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
gewoon, vulgair, grof, plat, afgezaagd, ordinair, daags, dagblad, dagelijks, alledaags, gering, klein, elke dag, dagelijkse, alledaagse, het dagelijks
Verwante woorden
Vertalingen
- kaštan in het nederlands - paardekastanje, kastanje, chestnut, kastanjebomen, kastanjepasta, de kastanje
- kaštanový in het nederlands - kastanje, bruin, paardekastanje, kastanjebruin, Auburn, kastanjebruine, in Auburn
- každodenně in het nederlands - dagelijks, alledaags, daags, dagblad, dagelijkse, dag
- každoroční in het nederlands - jaarlijks, jaarboek, jaar-, jaarlijkse, de jaarlijkse, jaar
Willekeurige woorden
Každodenní in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: gewoon, vulgair, grof, plat, afgezaagd, ordinair, daags, dagblad, dagelijks, alledaags, gering, klein, elke dag, dagelijkse, alledaagse, het dagelijks
Vertalingen: gewoon, vulgair, grof, plat, afgezaagd, ordinair, daags, dagblad, dagelijks, alledaags, gering, klein, elke dag, dagelijkse, alledaagse, het dagelijks