Kohout in het nederlands

Vertaling: kohout, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
tap, pik, leuter, aanboren, pluimvee, jongeheer, haan, snikkel, gevogelte, kraan, tapkraan, lul, cock, doffer
Kohout in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • koherentní in het nederlands - coherent, samenhangend, coherente, samenhangende, samenhang
  • koho in het nederlands - welks, wie, welke, waarvan, welk, die, dat, ...
  • kohoutek in het nederlands - leuter, tapkraan, aanboren, trekker, snikkel, haan, kraan, ...
  • kojenec in het nederlands - zuigeling, kind, baby, de Baby, van de baby, baby van
Willekeurige woorden
Kohout in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: tap, pik, leuter, aanboren, pluimvee, jongeheer, haan, snikkel, gevogelte, kraan, tapkraan, lul, cock, doffer