Lapač in het nederlands
Vertaling: lapač, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
val, afgrond, opening, valstrik, bek, slag, muil, klem, hinderlaag, voet te houden, de voet te houden, houden
Verwante woorden
Vertalingen
- lanýž in het nederlands - truffel, truffels, truffle, truffel van, de truffel
- lapat in het nederlands - grijpen, aangrijpen, vorderen, bemachtigen, breuk, beet, knip, ...
- lapidární in het nederlands - bondig, summier, kernachtig, kort, beknopt, pittig, terse, ...
- lapit in het nederlands - vatten, houvast, aangrijpen, inhalen, bemachtigen, aangaan, vangst, ...
Willekeurige woorden
Lapač in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: val, afgrond, opening, valstrik, bek, slag, muil, klem, hinderlaag, voet te houden, de voet te houden, houden
Vertalingen: val, afgrond, opening, valstrik, bek, slag, muil, klem, hinderlaag, voet te houden, de voet te houden, houden