Lepit in het nederlands - Vertaling / Woordenboek tsjechisch

lepicí in het nederlands - aanklevend, plakmiddel, lijm, kleefstof, kleefmiddel, zelfklevend, zelfklevende, ...
lepidlo in het nederlands - kleefstof, lijm, beslag, omvang, grootte, bestek, tandvlees, ...
lepivý in het nederlands - kleefmiddel, kleefstof, aanklevend, plakkerig, plakmiddel, lijm, kleverig, ...
lepkavost in het nederlands - kleverigheid, plakkerigheid, stickiness, kleverig, kleeft

Willekeurige woorden

luchtje

luchtpijp

aftrekking in het engels

gemeente in het engels

houw in het engels

indexeren in het engels

kei in het engels

krabben in het engels

loper in het engels

Lepit in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: staf, lijm, vastkleven, kleefstof, kleefmiddel, aanplakken, stok, aanhangen, kit, kleven, beslag, lijmen, glue, de lijm