Mág in het nederlands

Vertaling: mág, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
magisch, toverachtig, grootmeester, duivelskunstenaar, tovenaar, mage, magiër, van Mage, mage van
Mág in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • máchat in het nederlands - gorgelen, spoelen, afspoelen, spoel, te spoelen, uitspoelen
  • mák in het nederlands - papaver, klaproos, poppy, papaverbolkaf, papavergebied
  • málem in het nederlands - aanstaand, bijna, komend, naast, zowat, welhaast, bijkans, ...
Willekeurige woorden
Mág in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: magisch, toverachtig, grootmeester, duivelskunstenaar, tovenaar, mage, magiër, van Mage, mage van