Náboj in het nederlands

Vertaling: náboj, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
aanklacht, belasten, patroon, beschuldiging, naaf, laden, beklag, inladen, beladen, telastlegging, lading, kardoes, bus, schot, vracht, gissing, berekenen, in rekening brengen, kosten
Náboj in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • nyní in het nederlands - aanstonds, wel, haast, binnenkort, meteen, zo, enfin, ...
  • nynější in het nederlands - huidig, stroom, stroming, steken, daadwerkelijk, vertonen, eigenlijk, ...
  • nábojnice in het nederlands - schild, schelp, huisje, beschieten, schaal, kinkhoorn, rugschild, ...
  • nábor in het nederlands - aanwerving, werving, recrutering, rekrutering, recruitment
Willekeurige woorden
Náboj in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: aanklacht, belasten, patroon, beschuldiging, naaf, laden, beklag, inladen, beladen, telastlegging, lading, kardoes, bus, schot, vracht, gissing, berekenen, in rekening brengen, kosten