Namíchat in het nederlands
Vertaling: namíchat, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
verwarren, vermengen, mengsel, mixen, wassen, temperen, mengen, door elkaar halen, te mengen, elkaar halen
Verwante woorden
Vertalingen
- namáčení in het nederlands - inweken, soaking, doorweken, het weken, doorwekende
- namáčet in het nederlands - steil, weken, steile, stijle, sterke, hoog
- namíchání in het nederlands - vermenging, menging, mengen, het mengen, mengen van
- namítat in het nederlands - doel, doelwit, onderwerp, mikpunt, ding, honk, voorwerp, ...
Willekeurige woorden
Namíchat in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: verwarren, vermengen, mengsel, mixen, wassen, temperen, mengen, door elkaar halen, te mengen, elkaar halen
Vertalingen: verwarren, vermengen, mengsel, mixen, wassen, temperen, mengen, door elkaar halen, te mengen, elkaar halen