Notář in het nederlands
Vertaling: notář, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
notaris, notarissen, notariële, de notaris
Verwante woorden
Vertalingen
- notorický in het nederlands - gewoon, vulgair, warande, park, eerloos, grof, plat, ...
- noty in het nederlands - muziek, de muziek, muzikale, Bladmuziek, muziek laten
- nouze in het nederlands - afwezigheid, lust, armoede, vorderen, hoeven, ellende, euvel, ...
- novela in het nederlands - novelle, Novella, korte roman, Novella en, novelle van
Willekeurige woorden
Notář in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: notaris, notarissen, notariële, de notaris
Vertalingen: notaris, notarissen, notariële, de notaris