Obývat in het nederlands
Vertaling: obývat, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
bezighouden, bezetten, beslaan, resideren, wonen, bewonen, bekleden, huizen, bevolken, wonen in, te bewonen
Verwante woorden
Vertalingen
- obíhat in het nederlands - scope, gezelschap, bende, band, draaien, bol, streep, ...
- obírat in het nederlands - prikken, afbreken, keuze, afkluiven, keus, oprapen, pikken, ...
- občan in het nederlands - nationaal, burger, staatsburger, vaderlands, burgers, burger van
- občanský in het nederlands - civiel, burgerlijk, burger-, civiele, burgerlijke, het maatschappelijk
Willekeurige woorden
Obývat in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: bezighouden, bezetten, beslaan, resideren, wonen, bewonen, bekleden, huizen, bevolken, wonen in, te bewonen
Vertalingen: bezighouden, bezetten, beslaan, resideren, wonen, bewonen, bekleden, huizen, bevolken, wonen in, te bewonen