Oblékání in het nederlands
Vertaling: oblékání, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
tenue, aankleden, het aankleden, die gekleed, krijgen gekleed, kleedt
Verwante woorden
Vertalingen
- obléhání in het nederlands - beleg, belegering, belegerd, siege, bezetting
- oblékat in het nederlands - bekleden, kleding, aanhebben, tenue, dragen, ophebben, voorhebben, ...
- oblíbenec in het nederlands - uitverkoren, favoriet, favoriete, favorite, favorieten
- oblíbený in het nederlands - huisdier, troetelen, vertroetelen, liefkozen, koesteren, uitverkoren, favoriet, ...
Willekeurige woorden
Oblékání in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: tenue, aankleden, het aankleden, die gekleed, krijgen gekleed, kleedt
Vertalingen: tenue, aankleden, het aankleden, die gekleed, krijgen gekleed, kleedt