Obviňování in het nederlands

Vertaling: obviňování, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
telastlegging, tenlastelegging, aanklacht, aangifte, beschuldiging, aantijging, schuld, blaam, verwijten, de schuld, schuld van
Obviňování in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • obviněný in het nederlands - verweerder, beklaagde, beschuldigde, aangeklaagde, gedaagde, verweerster, verdachte
  • obviňovat in het nederlands - schuld, betichten, toedichten, aanrekenen, toeschrijven, beschuldigen, blaam, ...
  • obvod in het nederlands - rand, zelfkant, divisie, grondgebied, gebied, kant, circuit, ...
  • obvykle in het nederlands - gewoonlijk, doorgaans, meestal, vaak, algemeen
Willekeurige woorden
Obviňování in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: telastlegging, tenlastelegging, aanklacht, aangifte, beschuldiging, aantijging, schuld, blaam, verwijten, de schuld, schuld van