Obyčejný in het nederlands
Vertaling: obyčejný, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
park, gebruikelijk, vlakte, duidelijk, plantsoen, rein, klein, ruig, enkel, bloot, triviaal, gewoontjes, evident, blijkbaar, ordinair, lomp, gemeenschappelijk, gemeen, algemeen, gewoon, gemeenschappelijke
Verwante woorden
Vertalingen
- obyvatelstvo in het nederlands - volk, resideren, ruchtbaar, zielental, mensen, lieden, openbaar, ...
- obyčej in het nederlands - wijs, werkkring, wijze, aanwensel, manier, zede, toepassen, ...
- obyčejně in het nederlands - gewoonlijk, doorgaans, meestal, vaak, algemeen
- obyčejový in het nederlands - warande, gemeenschappelijk, algemeen, plat, gebruikelijk, alledaags, vulgair, ...
Willekeurige woorden
Obyčejný in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: park, gebruikelijk, vlakte, duidelijk, plantsoen, rein, klein, ruig, enkel, bloot, triviaal, gewoontjes, evident, blijkbaar, ordinair, lomp, gemeenschappelijk, gemeen, algemeen, gewoon, gemeenschappelijke
Vertalingen: park, gebruikelijk, vlakte, duidelijk, plantsoen, rein, klein, ruig, enkel, bloot, triviaal, gewoontjes, evident, blijkbaar, ordinair, lomp, gemeenschappelijk, gemeen, algemeen, gewoon, gemeenschappelijke