Oddělování in het nederlands
Vertaling: oddělování, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
scheiding, schifting, afscheiding, clausuur, scheiden, gescheiden, de scheiding
Verwante woorden
Vertalingen
- oddělitelný in het nederlands - scheidbaar, scheidbare, scheiden, te scheiden, afscheidbare
- oddělovat in het nederlands - afscheiden, verdelen, afzonderlijk, splitsen, doorklieven, delen, afbreken, ...
- odebrat in het nederlands - aftreden, opheffen, terugtrekken, uitmaken, uittrekken, verwijderen, intrekken, ...
- odejmout in het nederlands - terugnemen, opdoeken, intrekken, terugtrekken, opheffen, amputeren, afzetten, ...
Willekeurige woorden
Oddělování in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: scheiding, schifting, afscheiding, clausuur, scheiden, gescheiden, de scheiding
Vertalingen: scheiding, schifting, afscheiding, clausuur, scheiden, gescheiden, de scheiding