Odvážnost in het nederlands
Vertaling: odvážnost, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
afbreken, plukken, afrukken
Vertalingen
- odvážit in het nederlands - uitdaging, wagen, aandurven, uitwegen, wegen uit, weeg, afwegen, ...
- odvážlivec in het nederlands - waaghals, Daredevil, durfal, halsbrekende, roekeloze
- odvážný in het nederlands - uitdagen, ferm, kloek, stout, boud, gewaagd, gevaarlijk, ...
- odvážně in het nederlands - moedig, dapper, moedige, moed, moedig te
Willekeurige woorden
Odvážnost in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: afbreken, plukken, afrukken
Vertalingen: afbreken, plukken, afrukken