Opřít in het nederlands

Vertaling: opřít, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
drager, steun, rust, uithouden, dragen, staartje, schragen, afval, voedsel, sprietig, rommel, schraal, steunen, overblijfsel, achterblijven, leuning, rest, rusten, overige
Opřít in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • opětovat in het nederlands - antwoorden, doornemen, nazeggen, terugdoen, oplossing, terugstorten, wederwoord, ...
  • opěvovat in het nederlands - zingen, sjilpen, bezingen, gezang, lied, chant, kantiek
  • oranžový in het nederlands - oranje, sinaasappel, orange
  • oranžáda in het nederlands - orangeade, sinaasappellimonade, ranja, sinas, oranje aanmaaklimonade
Willekeurige woorden
Opřít in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: drager, steun, rust, uithouden, dragen, staartje, schragen, afval, voedsel, sprietig, rommel, schraal, steunen, overblijfsel, achterblijven, leuning, rest, rusten, overige