Pán in het nederlands

Vertaling: pán, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
origineel, gentleman, meester, lord, aanvoerder, opperhoofd, directeur, baas, gebieder, hoofd, heer, patroon, chef, grootmeester, oorspronkelijk, apart, Here, Lord, Heere
Pán in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • pálivý in het nederlands - gloeiend, smoorheet, gekruid, prikkelend, pikant, snikheet, warm, ...
  • pálka in het nederlands - lawaai, vleermuis, ruis, racket, geluid, knuppel, BBT, ...
  • pánev in het nederlands - pan, kom, bekken, vont, schaal, de pan, pan-, ...
  • pár in het nederlands - echtpaar, lucifer, diverse, wedstrijd, match, koppel, stelletje, ...
Willekeurige woorden
Pán in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: origineel, gentleman, meester, lord, aanvoerder, opperhoofd, directeur, baas, gebieder, hoofd, heer, patroon, chef, grootmeester, oorspronkelijk, apart, Here, Lord, Heere