Přát in het nederlands

Vertaling: přát, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
wassen, witten, uitwassen, was, wassing, wash, afwassen
Přát in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • prám in het nederlands - overzetboot, veerboot, bak, schouw, pont, pontveer, veerpont, ...
  • práskat in het nederlands - slag, klap, tik, bons, veeg, klets, duw, ...
  • právem in het nederlands - terecht, terecht heeft, terecht op, met recht, juist
  • právnictví in het nederlands - recht, jurisprudentie, rechtspraak, de jurisprudentie, de rechtspraak, jurisprudentie van
Willekeurige woorden
Přát in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: wassen, witten, uitwassen, was, wassing, wash, afwassen