Příbuzný in het nederlands
Vertaling: příbuzný, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
verhaal, betrekking, verband, familielid, verwant, paring, verhouding, opzicht, relatief, volksstam, verkeer, sympathiek, relatie, geslachtsdaad, bloedverwant, verstandhouding, aanverwant, gerelateerde, verwante, aanverwante
Verwante woorden
Vertalingen
- příbuznost in het nederlands - verwantschap, affiniteit, familiebetrekking, bloedverwantschap, verwant, verwantschapsorde, kinship
- příbuzná in het nederlands - betrekking, verhouding, verwant, opzicht, betrekkelijk, relatie, paring, ...
- příbytek in het nederlands - thuis, kwartier, tehuis, huishouding, woning, domicilie, bewoning, ...
- příběh in het nederlands - episode, verhaal, opzicht, relaas, bloedverwant, relatie, vertelling, ...
Willekeurige woorden
Příbuzný in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: verhaal, betrekking, verband, familielid, verwant, paring, verhouding, opzicht, relatief, volksstam, verkeer, sympathiek, relatie, geslachtsdaad, bloedverwant, verstandhouding, aanverwant, gerelateerde, verwante, aanverwante
Vertalingen: verhaal, betrekking, verband, familielid, verwant, paring, verhouding, opzicht, relatief, volksstam, verkeer, sympathiek, relatie, geslachtsdaad, bloedverwant, verstandhouding, aanverwant, gerelateerde, verwante, aanverwante