Příslušenství in het nederlands
Vertaling: příslušenství, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
inrichting, fatsoenlijk, behoorlijk, secundair, adaptatie, bijbehorend, bewerking, accommodatie, aanhangsel, aanpassing, betamelijk, modificatie, uitrusting, bijkomend, bijkomstig, accessoires, toebehoren, accessoires voor, Accessories
Verwante woorden
Vertalingen
- příslovečný in het nederlands - bijwoordelijk, bijwoordelijke, adverbiale, adverbial, bijwoordelijke bepaling
- přísloví in het nederlands - frase, veroordelen, vonnissen, spreekwoord, zin, volzin, zinsnede, ...
- příslušet in het nederlands - behoren, horen, behoort, deel uitmaken, toebehoren
- příslušnost in het nederlands - burgerschap, het burgerschap, staatsburgerschap, nationaliteit, burgerschap van
Willekeurige woorden
Příslušenství in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: inrichting, fatsoenlijk, behoorlijk, secundair, adaptatie, bijbehorend, bewerking, accommodatie, aanhangsel, aanpassing, betamelijk, modificatie, uitrusting, bijkomend, bijkomstig, accessoires, toebehoren, accessoires voor, Accessories
Vertalingen: inrichting, fatsoenlijk, behoorlijk, secundair, adaptatie, bijbehorend, bewerking, accommodatie, aanhangsel, aanpassing, betamelijk, modificatie, uitrusting, bijkomend, bijkomstig, accessoires, toebehoren, accessoires voor, Accessories