Předběhnout in het nederlands

Vertaling: předběhnout, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
overtrekken, inhalen, voorbijgaan, passeren, achter zich laten
Předběhnout in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • předat in het nederlands - doorbrengen, verwerven, inhalen, aangeven, bestellen, passeren, bereiken, ...
  • předbíhat in het nederlands - prejudiciëren, anticiperen, vooruitlopen, anticiperen op, verwachten, te anticiperen, voorzien
  • předběžný in het nederlands - inleidend, preliminair, voorafgaand, voorspel, voorbereiding, prejudiciële, voorlopige
  • předchozí in het nederlands - verleden, voorgaand, voorafgaand, voorvader, vorig, voorbarig, vroeger, ...
Willekeurige woorden
Předběhnout in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: overtrekken, inhalen, voorbijgaan, passeren, achter zich laten