Předvídat in het nederlands

Vertaling: předvídat, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
rekenen, tellen, prognose, vooruitzien, voorspellen, calculeren, uitrekenen, vooruitlopen, verwachten, voorzeggen, beduiden, goddelijk, voorzien, waarzeggen, anticiperen, prejudiciëren, anticiperen op, te anticiperen
Předvídat in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • předvádět in het nederlands - indienen, waarmaken, aanbieden, opdagen, spelen, tonen, spektakel, ...
  • předvést in het nederlands - opdagen, gift, tonen, proberen, voorstellen, waarmaken, present, ...
  • předvídavost in het nederlands - vooruitziendheid, Foresight, vooruitziende blik, Toekomstverkenning, een vooruitziende blik
  • předvídavý in het nederlands - vooruitziend, toekomstgericht, vooruitziende, vooruitziende blik, prospectieve
Willekeurige woorden
Předvídat in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: rekenen, tellen, prognose, vooruitzien, voorspellen, calculeren, uitrekenen, vooruitlopen, verwachten, voorzeggen, beduiden, goddelijk, voorzien, waarzeggen, anticiperen, prejudiciëren, anticiperen op, te anticiperen