Přijít in het nederlands
Vertaling: přijít, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
klappen, belanden, behalen, komen, verwerven, botsen, opvallen, slaan, verkrijgen, storten, inhalen, neerdaling, neervallen, vallen, herfst, bereiken, gekomen, zijn, komt, kom
Verwante woorden
Vertalingen
- přijímat in het nederlands - toegeven, binnenlaten, toucheren, opnemen, accepteren, recipiëren, toelaten, ...
- přijímač in het nederlands - strook, groep, troep, zwerm, band, drift, hoop, ...
- přijíždět in het nederlands - aankomen, arriveren, belanden, komen, aankomt
- přikazovat in het nederlands - regel, reglement, verordening, dicteren, bepalen, te dicteren, voorschrijven, ...
Willekeurige woorden
Přijít in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: klappen, belanden, behalen, komen, verwerven, botsen, opvallen, slaan, verkrijgen, storten, inhalen, neerdaling, neervallen, vallen, herfst, bereiken, gekomen, zijn, komt, kom
Vertalingen: klappen, belanden, behalen, komen, verwerven, botsen, opvallen, slaan, verkrijgen, storten, inhalen, neerdaling, neervallen, vallen, herfst, bereiken, gekomen, zijn, komt, kom