Pasáž in het nederlands

Vertaling: pasáž, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
gang, baan, rijstrook, overloop, passage, doorgang, overgang, verstrijken
Pasáž in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • pastýřský in het nederlands - pastorale, pastoraal, de pastorale, landelijke, pastoraat
  • pasák in het nederlands - cowboy, herder, souteneur, Pimp, pooier, Pimp van, Pooi
  • pata in het nederlands - grondtal, grondvlak, achtergrond, zitvlak, kont, infanterie, hak, ...
  • patina in het nederlands - fineerhout, vernis, fineren, fineer, vernisje
Willekeurige woorden
Pasáž in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: gang, baan, rijstrook, overloop, passage, doorgang, overgang, verstrijken