Pastor in het nederlands

Vertaling: pastor, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
dominee, pastoor, rector, predikant, voorganger, minister, pastor, bewindsman
Pastor in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • pastilka in het nederlands - pil, ruit, zuigtablet, lozenge, tablet, zuigtabletten
  • pastinák in het nederlands - pastinaak, pastinaken, parsnip, van pastinaak, de pastinaak
  • pastva in het nederlands - weide, weiland, feest, feestmaal, lust, maaltijd, feestdag
  • pastvina in het nederlands - gemeenschappelijk, plat, ordinair, warande, algemeen, gebruikelijk, gewoon, ...
Willekeurige woorden
Pastor in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: dominee, pastoor, rector, predikant, voorganger, minister, pastor, bewindsman