Pláč in het nederlands

Vertaling: pláč, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
schreien, schreeuw, roepen, huilen, roep, schreeuwen, kreet, wenen, huilende, huilend, huilt, schreeuwt
Pláč in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • plátek in het nederlands - snede, vlok, moot, filet, schijf, biefstuk, plak, ...
  • plátno in het nederlands - deksel, beeldscherm, zeef, bedekking, velum, doek, zeil, ...
  • pláň in het nederlands - etage, vlak, eender, graad, étage, plat, effen, ...
  • plášť in het nederlands - zaak, doek, banderol, huisje, kruisband, couvert, jurk, ...
Willekeurige woorden
Pláč in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: schreien, schreeuw, roepen, huilen, roep, schreeuwen, kreet, wenen, huilende, huilend, huilt, schreeuwt