Praxe in het nederlands
Vertaling: praxe, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
plaats, opleggen, zetten, ondervinding, betasten, toepassing, gebruiken, gewaarworden, gewoonte, doelstelling, aanwenden, functie, usance, aanwending, betrekking, ambt, praktijk, beoefening, de praktijk, praktijken, practice
Verwante woorden
Vertalingen
- pravý in het nederlands - overeind, passend, gepast, heus, bijster, feitelijk, okay, ...
- pravěk in het nederlands - voorgeschiedenis, prehistorie, de prehistorie, Prehistory, Prehistorisch
- pračka in het nederlands - beurt, roeien, toerbeurt, heibel, strijd, vechten, veldslag, ...
- prašivina in het nederlands - schurft, mange, peulen
Willekeurige woorden
Praxe in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: plaats, opleggen, zetten, ondervinding, betasten, toepassing, gebruiken, gewaarworden, gewoonte, doelstelling, aanwenden, functie, usance, aanwending, betrekking, ambt, praktijk, beoefening, de praktijk, praktijken, practice
Vertalingen: plaats, opleggen, zetten, ondervinding, betasten, toepassing, gebruiken, gewaarworden, gewoonte, doelstelling, aanwenden, functie, usance, aanwending, betrekking, ambt, praktijk, beoefening, de praktijk, praktijken, practice