Rána in het nederlands

Vertaling: rána, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
botsen, mep, stoten, schok, flap, liefkozen, halen, verwonding, intrappen, slag, klets, kwetsuur, kwetsen, raken, schokken, bereiken, klap, blazen, amper, amper nog
Rána in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • rámec in het nederlands - maquette, voorbeeld, kader, structuur, lijst, scope, mal, ...
  • rámus in het nederlands - ruzie, kabaal, geluid, kwestie, rumoer, reeks, leven, ...
  • ráno in het nederlands - aurora, ochtendgloren, dageraad, ochtend, morgenlicht, morgenrood, morgen, ...
  • ráz in het nederlands - afdruk, geaardheid, rol, effect, tel, merkteken, impressie, ...
Willekeurige woorden
Rána in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: botsen, mep, stoten, schok, flap, liefkozen, halen, verwonding, intrappen, slag, klets, kwetsuur, kwetsen, raken, schokken, bereiken, klap, blazen, amper, amper nog