Rozbíjet in het nederlands
Vertaling: rozbíjet, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
gaping, schorsing, pauze, doorbreken, verbreken, scheuren, breuk, opening, afbreken, onderbreking, schenden, stilte, bres, stukbreken, rust, interruptie, crashen, crashing, te crashen, Het verpletteren, verpletteren
Verwante woorden
Vertalingen
- rozbroj in het nederlands - geschil, onheil, ondeugendheid, kwaad, ellende, kattenkwaad
- rozbíhavost in het nederlands - teen, toe, neus, tenen, de teen
- rozbít in het nederlands - klop, pauze, breuk, split, slag, helling, verpletteren, ...
- rozcestí in het nederlands - kruising, tweesprong, kruispunt, kruispunten, kruispunt van
Willekeurige woorden
Rozbíjet in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: gaping, schorsing, pauze, doorbreken, verbreken, scheuren, breuk, opening, afbreken, onderbreking, schenden, stilte, bres, stukbreken, rust, interruptie, crashen, crashing, te crashen, Het verpletteren, verpletteren
Vertalingen: gaping, schorsing, pauze, doorbreken, verbreken, scheuren, breuk, opening, afbreken, onderbreking, schenden, stilte, bres, stukbreken, rust, interruptie, crashen, crashing, te crashen, Het verpletteren, verpletteren