Rozloučit in het nederlands - Vertaling / Woordenboek tsjechisch

Vertaling: rozloučit, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:

tsjechisch

Doeltaal:

nederlands

Vertalingen:

onderdeel, afzonderen, landstreek, portie, gedeelte, verdeling, opsplitsen, delen, doorklieven, echtscheiding, afscheiden, splijten, verdelen, afgezonderd, deels, afzonderlijk, zeg vaarwel, afscheid, afscheid nemen, nemen afscheid, afscheid te nemen

Verwante woorden

onderdeel in het tsjechisch

afzonderen in het tsjechisch

landstreek in het tsjechisch

portie in het tsjechisch

gedeelte in het tsjechisch

verdeling in het tsjechisch

opsplitsen in het tsjechisch

delen in het tsjechisch

doorklieven in het tsjechisch

echtscheiding in het tsjechisch

afscheiden in het tsjechisch

splijten in het tsjechisch

verdelen in het tsjechisch

afgezonderd in het tsjechisch

deels in het tsjechisch

afzonderlijk in het tsjechisch

Vertalingen

rozlousknout in het nederlands - split, kier, barst, kloof, spleet, breuk, kraken
rozloučení in het nederlands - vaarwel, schifting, adieu, afreizen, echtscheiding, fiat, afscheid, ...
rozložení in het nederlands - verspreiding, verdeling, distributie, uitreiking, oplossing, ontleding, ontbinding, ...
rozložit in het nederlands - ontvouwen, besluit, ronddelen, aangifte, doorsmeren, betuiging, pronken, ...

Willekeurige woorden

erfdienstbaarheid in het engels

natuurkunde in het engels

poster in het engels

schoolexamen in het engels

Rozloučit in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: onderdeel, afzonderen, landstreek, portie, gedeelte, verdeling, opsplitsen, delen, doorklieven, echtscheiding, afscheiden, splijten, verdelen, afgezonderd, deels, afzonderlijk, zeg vaarwel, afscheid, afscheid nemen, nemen afscheid, afscheid te nemen