Rozprostřít in het nederlands
Vertaling: rozprostřít, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
besmeren, verspreiden, uitspreiden, verbreiden, paraderen, pralen, tentoonstellen, sauzen, pronken, doorsmeren, afgeven, ontvouwen, prijken, verspreidde, spreiden, verspreid, verdeeld
Verwante woorden
Vertalingen
- rozprodej in het nederlands - strippen, het strippen, strippen van, stripping, het strippen van
- rozprostírat in het nederlands - sauzen, uitrekken, verspreiden, doorsmeren, bestek, verbreiden, ontvouwen, ...
- rozproudit in het nederlands - wekken, opstoken, opruien, opwekken, levendig, Brisk, stevige, ...
- rozprávět in het nederlands - bespreken, debat, discuteren, praten, gesprek, bespreking, gepraat, ...
Willekeurige woorden
Rozprostřít in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: besmeren, verspreiden, uitspreiden, verbreiden, paraderen, pralen, tentoonstellen, sauzen, pronken, doorsmeren, afgeven, ontvouwen, prijken, verspreidde, spreiden, verspreid, verdeeld
Vertalingen: besmeren, verspreiden, uitspreiden, verbreiden, paraderen, pralen, tentoonstellen, sauzen, pronken, doorsmeren, afgeven, ontvouwen, prijken, verspreidde, spreiden, verspreid, verdeeld