Ručitel in het nederlands

ručení in het nederlands - verzekeren, garanderen, borgstelling, onderpand, garantie, zekerheid, beveiligen, ...
ručit in het nederlands - pand, garantie, onderpand, borgstelling, verzekeren, sponsoren, beveiligen, ...
ručnice in het nederlands - roer, geweer, rifle, wapen, buks
ruční in het nederlands - aanreiken, schrift, hand, overhandigen, de hand, kant, met de hand

Willekeurige woorden

kritiek

opstapelen

boekhoudkundige in het engels

lepralijder in het engels

opmaken in het engels

vergeven in het engels

vervatten in het engels

wielrijden in het engels

Ručitel in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: garanderen, verzekeren, waarborgen, sponsoren, garant, waarborg, beveiligen, bon, garantie, borg, garantiegever, zekerheidssteller