Ruch in het nederlands

Vertaling: ruch, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
bewegen, radioactiviteit, onrust, passage, aangrijpen, woeling, actie, bedrijvigheid, ontroeren, omloop, activiteit, circulatie, gedoe, handeling, agitatie, toedoen, drukte, hustle, gedrang, drukke
Ruch in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • rubáš in het nederlands - gordijn, overgordijn, scherm, doek, hullen, voorhang, voorhangsel, ...
  • rubín in het nederlands - blozend, robijn, rood, robijnrood, ruby, robijnrode, robijnen
  • ruina in het nederlands - vernielen, ruïne, ravage, bouwval, verwoesten, verderven, puinhoop, ...
  • ruinovat in het nederlands - vernielen, ravage, bouwval, puinhoop, ruïneren, verderven, ruïne, ...
Willekeurige woorden
Ruch in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: bewegen, radioactiviteit, onrust, passage, aangrijpen, woeling, actie, bedrijvigheid, ontroeren, omloop, activiteit, circulatie, gedoe, handeling, agitatie, toedoen, drukte, hustle, gedrang, drukke